Gevraagd
enthousiaste
'deskundigen'!
voor Het verleden
is dichterbij dan je
denkt
De Munnikenhof is
voor de Bergpadschool in
Grijpskerke een voor
de hand liggend
'onderzoeksobject'
(foto Hans Soeting).
Leerlingen en leerkrachten weten allemaal dat voorwerpen
die iets vertellen over 'het leven van vroeger', in musea
te zien zijn. Dat het verleden dichterbij is dan je denkt,
kunnen leerlingen van het primair onderwijs in Zeeland
het komend schooljaar ook zien en beleven. Basisscholen
kunnen binnen de Cultuurmenu's kiezen voor dit aan
bod. Ook in de brochure Prima Cultuur, het cultuuraan
bod voor primair en speciaal onderwijs in Zeeland, is dit
project opgenomen.
In het vorige nummer van Zeeuws Erfgoed was een
try-out te zien van het ontwikkelde format voor het
houden van stads- en dorpswandelingen in de directe
omgeving van de school. De eerste dorpswandeling
werd gemaakt door leerlingen van de Bergpadschool in
Grijpskerke. Op dit ogenblik wordt een stadswandeling
uitgetest op basisschool De Branding te Vlissingen en
op de Jan van Schengenschool te Heinkenszand.
De opzet van de stads- en dorpswandelingen
Leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool stellen een
stads- of dorpswandeling samen in de omgeving van hun
school. Onder leiding van hun leerkracht en met de hulp
van een 'deskundige', gaan de leerlingen zelfstandig aan de
slag.
Met de uitwerking van dit project kunnen vijf dagdelen
gevuld worden:
Een lokale 'deskundige' wordt uitgenodigd in de klas
en vertelt een boeiend verhaal over de geschiedenis van
de stad of het dorp, in relatie tot de geschiedenis van
Zeeland en Nederland. Hierbij kunnen plattegronden,
oude foto's of voorwerpen getoond worden;
De deskundige doet een voorstel voor maximaal acht
'historische objecten' in de omgeving van de school
waar leerlingen onderzoek naar kunnen doen. Het
format met vragen over de objecten wordt gebruikt als
basis. Specifieke vragen over de objecten kunnen
hieraan toegevoegd worden;
De klas wordt verdeeld in groepjes van drie of vier
leerlingen. Deze groepjes werken als 'historische
onderzoekteams'. Ze gaan met de opdrachten en tasjes
met onderzoeksmateriaal naar buiten en onderzoeken
per groepje één object;
Dit onderzoek wordt later in de klas aangevuld met
informatie van het internet, uit boeken, 'oral histories',
etc.;
Facultatief: leerlingen gaan naar het archief, de
bibliotheek of het museum om aanvullende informatie
te vinden over hun object;
De leerlingen presenteren de verzamelde informatie
tijdens een stads- of dorpswandeling aan elkaar, onder
leiding van de leerkracht en de 'deskundige'.
Van deze stads- of dorpswandeling kan door de
leerlingen een leuke flyer, of een powerpoint-
presentatie gemaakt worden.
Wie kunnen als 'deskundige' een inleidend verhaal in de
klas vertellen? Deskundigen kunnen zijn: archivarissen,
rondleiders van musea, maar ook vrijwilligers: leden van
heemkundige organisaties, (groot)ouders en 'ervarings
deskundigen' die een historisch verhaal kunnen vertellen
over de geschiedenis van het dorp, de stad of streek of
over hun leven.
Het gaat hierbij om:
- Het overbrengen van enige historische basiskennis
over de eigen omgeving in relatie tot de geschiedenis
van Zeeland en Nederland.
- Het enthousiasmeren van leerlingen om zelf onderzoek
te gaan doen.
Zeeuws Erfgoed 22