Vondst voor het voetlicht: ARCHEOLOGIE Een fabeldier als deurklopper [Hulst] GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEASTREEKTALEN Sint-Philipsland Vondsten verdronken dorp Naar aanleiding van de recente publicaties over het verdronken dorp Sinte Philipslandt meldde de heer H. Rijstenbil uit Zwartewaal een aantal vondsten. Deze vondsten werden in zijn jeugd door hem gedaan op de slikken bij de Zuiddijk en in de Zuidwesthoek. Opvallend zijn fragmenten van aardewerk, o.a. van kogelpotten, die dateren van vóór de historisch bekende bedijking van 1487 op initiatief van Anna van Bourgondië. Deze vondsten geven aan dat er voor de bedijking vermoedelijk al langer activiteiten en mogelijk ook bewoning plaats vonden op de schorren. Walcheren Oude kademuur Kinderdijk, Middelburg De SCEZ verrichtte op 22 maart in een rioleringssleuf vóór de panden Kinderdijk 84A/86 te Middelburg archeologische waarnemingen. De sleuf liep langs de huidige kademuur. In de rioleringssleuf was men op een groot muurblok gestuit; de SCEZ maakte dit muurwerk met schop en troffel goed zichtbaar. De muur was gemetseld met rode bakstenen in een zachte kalkmortel; baksteenformaat 24 x 12 x 5 cm. Hij liep in noord oostelijke richting, evenwijdig met de huidige kademuur, tot ongeveer aan de perceelsscheiding van de panden Kinderdijk 84A en 86. Daar stopte de muur abrupt, maar ging wel haaks het profiel van de sleuf in, in de richting van het water. Hoe ver dit stukje muurwerk nog doorliep was niet zichtbaar. Waarschijnlijk gaat het om een oude kademuur uit de zestiende/zeventiende eeuw. De kade muur was in zijn totaliteit 1.70 meter breed en circa 5 meter waarneembaar lang. In zuidwestelijke richting loopt de muur waarschijnlijk nog door. Aan de waterzijde was hij bekleed met een rand kleine rode bakstenen op hun kant (baksteenformaat 19 x 10 x 4 cm.). Deze rand was niet in verband met de hoofdmuur gemetseld en is waarschijnlijk jonger. Na overleg met de gemeente Middelburg is besloten het tracé van de riolering om te leggen, waardoor men niet het risico loopt dat grote hoeveelheden muurrestanten moeten worden gesloopt. Bovendien blijven de archeologische resten hiermee gespaard. Middelburg, Kinderdijk. Groot muurblok in de rioleringssleuf, waarschijn lijk behorend tot de oude kademuur uit de zestien de/zeventiende eeuw. Op de foto Sjef Thier(AWN). In september 1991 voerde het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten onder leiding van provinciaal archeoloog R.M. van Heeringen een archeologisch onderzoek uit naast het stadhuis in Hulst, voorafgaand aan de aanbouw van een nieuw gedeelte. Tijdens dit onderzoek zijn tal van archeologische sporen, die tot in de Middeleeuwen teruggingen, opgetekend. Tot de vele vondsten behoor de een uit een koperlegering gegoten deurklopper. De klopper heeft de vorm van een fabel- of fantasiedier met het lichaam van een leeuw. De kop vertoont meer de trekken van een dolfijn. Tussen de klauwen houdt het wezen een bal die tevens als slagpunt functioneert. Deurkloppers zijn bekend sinds de Late Middeleeuwen. Vanaf de Renaissance komt een type voor met een leeuwenkop; de ring fungeert dan als slagpunt. Zoeken naar parallellen als bodemvondst leverde geen andere exemplaren op. Het is ook logisch dat dergelijke zware voorwerpen (die uit Hulst heeft een lengte van 19.3 centimeter en een massa van 1935 gram) na in onbruik geraakt te zijn werden omgesmolten. Wel is er een prachtige afbeelding gevonden van een vergelijkbaar exemplaar in een artikel van de Hulster historicus K.J.J. Brand. De prent beeldt een voorval af uit het dierenepos Van den Vos Reynaarde\ de maker is Wilhelm von Kaulbach (1805-1874). Op de afbeelding klopt Bruun de beer bij het kasteel Malpertuus aan om Reynaart voor de rechterstoel van koning Nobel te dagen. Hoewel in detail iets verschillend, zijn de overeen komsten van beide kloppers frappant. Bijkomend detail is de binding van het Reynaartverhaal met de stad Hulst. Onze deurklopper dateert mogelijk nog uit de zeventiende eeuw; in elk geval niet later dan eind achttiende. Zeeuws Erfgoed 7 Het complete verhaal over de opgraving en de bijbehorende vondsten verscheen als het themanummer Van gracht tot wacht in Nehalennia afl. 89 (1992). De Hulster vondsten zijn opgeslagen in het Provinciaal Archeologisch Depot (PAD) te Middelburg. interessantste en fraaiste gerestaureerde vondsten zijn, evenals de deurklopper, tentoongesteld in een nieuwe opstelling in 's Landshuis, Steenstraat 37, het nieuwe cultuurhistorisch centrum van de gemeente Hulst. Henk Hendrikse, depotbeheerder SCEZ De deurklopper uit Hulst. Vergelijkbare klopper op de prent van Kaulbach.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2005 | | pagina 7