Monument voor de Verdronken Dorpen in Zeeland
Verdronken dorpen van Noord-Beveland
Sporen van een verdronken
eiland
2
Voorlopig ontwerp van het
monument gezien vanaf
land- en zeezijde.
Monumentlo catie
nabij Kats.
Najaar 2004 werd een landelijke oproep gedaan onder
beeldende kunstenaars en ontwerpers voor een
Monument voor de Verdronken Dorpen in Zeeland. Een
commissie bestaande uit vertegenwoordigers van het
Zeeuws Museum, Zeeuws Archief, Zeeuwse Bibliotheek,
Centrum Beeldende Kunst Zeeland, Stichting Het
Zeeuwse Landschap, Bureau voor Toerisme Zeeland en
Scoop, onder leiding van de SCEZ, selecteerde uit zo'n
honderd inzendingen kunstenares Lydia Schouten.
(Van haar hand zijn ook de kunstuitingen in het Zeeuws
Archief over de expeditie van Jacob Roggeveen naar het
Zuidland.)
Op een dijk nabij Kats op Noord-Beveland wil Lydia
Schouten een transparante toren situeren, gemaakt
van helder acrylaat. De toren staat symbool voor de
verdronken kerkdorpen. Aan de binnenzijde van de
toren zijn gezeefdrukte foto's aangebracht. Uit een
soort marinespeakers klinkt op gezette tijden een
geluidscompositie van opkomende wind- en zeegeluiden,
kerkklokken, afgewisseld met roepende stemmen.
Op de traptreden aan de voet van de toren zijn de namen
van de verdronken dorpen te lezen.
Het monument geeft aan dat water al vanaf de tijd dat
er menselijke bewoning in dit gebied was, zeer bepalend
is geweest. Bewoners voerden strijd tegen het water en
faalden vaak in hun inschattingen hieromtrent. De kaart
van Zeeland is door de eeuwen heen letterlijk in beweging
geweest. Daarbij zijn niet alleen 117 dorpen maar ook
vele inwoners in de golven verdronken.1 Het monument
zal in de loop van 2006 worden opgeleverd. Realisatie
van het monument is mede mogelijk dankzij financiële
bijdragen van de Provincie Zeeland, gemeente
Noord-Beveland, Waterschap Zeeuwse Eilanden en
enkele fondsen.
[noot] 1 Zie ook Jan J.B. Kuipers, 'Monument verdronken
dorpen op Noord-Beveland. Transparante toren wordt
ervaringsmonument', Archeologie Magazine 2005 nr. 5, 6-9.
(Het artikel behelst een interview met Leo Adriaanse.)
eeuw.
Kaartje met de overstroomde gebieden door
de Sint-Felixvloed van 1530; te zien is, dat zoals zo vaak
de zuidwestelijke delta het zwaarst werd getroffen
(bron: M.K.E. Gottschalk, en
rivieroverstromingen in Nederland', 1971-1977).
Noord-Beveland vóór 1530.
Dit reconstructiekaartje
van M.H. Wilderom (1961)
berustte op zijn beurt
op oudere (reconstructie)
kaarten van Van Deventer
en Sgrooten (zestiende
eeuw), Hollestelle, Beekman
en de bodemkaart van
het eiland uit 1956
Niet voor niets bevindt de locatie van het monument
voor de verdronken dorpen zich op Noord-Beveland.
Het eiland ligt vrij centraal in de provincie Zeeland én
is na de Sint-Felixvloed van 5 november 1530 lange tijd
geheel 'drijvende' geweest: pas in 1598 kwam met de
Oud-Noord-Bevelandpolder de eerste herdijking tot stand.
Het herdijkingsproces van het hele eiland nam een paar
eeuwen in beslag. Vóór de ramp van 1530 was het eiland
bekend als de 'lusthof van Zeeland', een type eretitel dat
Walcheren als 'tuin van Zeeland' droeg vóór de inundatie
van dat eiland in 1944. In het geval van Noord-Beveland
refereerde men er niet mee aan een schoonheidsideaal,
maar aan de vruchtbaarheid van de bodem.