^MOnUMENT
feuwi
In heel wat Zeeuwse
dorpen zijn klapbanken
te vinden; het zijn
centrale ontmoetings
plekken op een
dorpsplein, aan de
haven, in de kroeg,
enzovoort waarop
mensen komen klappen.
Klappen is een ouder
woord voor 'praten,
keuvelen, babbelen' dat
nu nog in sommige
dialecten, onder andere
in Vlaanderen,
gehoord wordt.
Een klapbank is dus een
praatbank of
babbelbank, waar men
een klapke kan doen met
andere mensen uit het
dorp. Een klapbank
staat ook wel eens rond
een boom. In Zeeland is
er een mooi exemplaar
bewaard in Oudelande.
Een andere naam voor
een dergelijke bank is
ook wel leugenbank,
en dat is natuurlijk een
evidente benaming: het
waren ideale plaatsen
om te roddelen!
Er bestaan ook
klaphuizen of klapkoten.
Dit waren overdekte
plaatsen, bijvoorbeeld
bij het strand of bij de
haven, waarin bij slecht
weer de mannen
bijeenkwamen om
samen wat te praten.
Het woord klapbank is
in Zeeland vooral
bekend op de
Bevelanden
en Walcheren, op Tholen
en Schouwen-Duiveland,
hoewel klappen zelf niet
meer gangbaar is in de
Zeeuwse dialecten,
behalve hier en daar met
de ongunstige betekenis
'klikken, verklappen'.
De echte, oude klap
banken zijn misschien
wel cultureel erfgoed
geworden, maar ook
vandaag is er nog steeds
behoefte aan dergelijke
ontmoetingsplaatsen,
ook al zien de hangplek
ken van nu er wellicht
anders uit dan toen._