ws r Rf. «gyjfÈuv f. n De positie van een gaaf skelet dat met Cl4-datering is onderzocht. Sporen van Oud-Westdorpe In het kader van voorgenomen plannen in de Autrichepolder bij Westdorpe meldden amateur-archeolo gen in het verleden de ligging van Oud-Westdorpe (ver dronken dorp), met funderingen van een kasteel in het plangebied. Nader archeologisch booronderzoek wijst uit dat in een deel van het plangebied inderdaad resten van bewoning aanwezig zijn. Op basis van deze resultaten voert Archeomedia BV uit Capelle a/d IJssel een grondra- daronderzoek uit om de funderingen van het verdronken dorp zo goed mogelijk in kaart te brengen, opdat deze bij toekomstige ontwikkelingen van de glastuinbouw zo goed mogelijk in de bodem behouden kunnen blijven. Opdrachtgever Zeeland Seaports is bereid gevonden hier op een zo goed mogelijke manier mee om te gaan. Skeletten aan de Oostkade te Sas van Gent Bij rioleringswerkzaamheden aan de Oostkade te Sas van Gent zijn vele menselijke skeletten in kisten, en houten funderingen aangetroffen. De gemeente Terneuzen legde de graafwerkzaamheden stil zodat de archeologische resten intact konden blijven. Het archeologisch vondstmateriaal, bestaande uit negentien dozen vol menselijke begravingen, is afkomstig van het grafveld rondom de Nederlands Hervormde Kerk uit de periode 1644-1890. De skeletten zijn ter onderzoek aangeboden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, die deze in haar colleges als studiemateri aal zal behandelen. De resultaten van het onderzoek, uit gevoerd door drs. S. Baetsen, zijn over enkele jaren bekend. Belangrijke resultaten voor plaatselijke geschiedenis Skeletten Zwinstraat Retranchement onderzocht Bij rioleringswerkzaamheden in de Zwinstraat in Retranchement is in maart 2007 de vondst van een aantal skeletten gemeld door de gemeente Sluis. De SCEZ was meteen ter plaatse om poolshoogte van de vondsten te nemen opdat deze gedocumenteerd en geborgen konden worden. Het bleek te gaan om een zevental skeletten, waarvan een aantal reeds door graafwerkzaamheden was vergraven. De skeletten zijn waar mogelijk ingemeten, gefotografeerd en geborgen voor verder onderzoek. De SCEZ heeft vervolgens de skeletten laten onderzoeken door fysisch antropoloog drs. S. Baetsen van het Archeologisch Centrum Vrije Universiteit te Amsterdam. Middels een quickscan is al het menselijk botmateriaal op basale kenmerken als geslacht, leeftijd en door ziekte ver oorzaakte botveranderingen (pathologieën) onderzocht. Daarnaast werd één skelet onderworpen aan een C14- datering. Bij deze methode wordt de ouderdom van het skelet bij benadering vastgesteld, in relatie tot het moment dat het in de grond terecht is gekomen. Dit laatste onder zoek werd uitgevoerd door het Laboratorium voor Isotopen Analyse verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen. De skeletten zijn alle aangetroffen in het zand op een diepte van 1,25 meter beneden maaiveld. Wegens de zuurgraad van de zandgronden zijn organische resten als hout, textiel, maar ook metaal zo goed als verdwenen. Bij één skelet kon mogelijk een contour van een houten kist worden vastgesteld, die in de bodem volledig vergaan was. De vondst van een aantal sterk gecorrodeerde (verroeste) spijkers wijst ook op kistbegraving. De houding van de individuen is normaal voor begravingen en wijst niet op gedumpte of vergraven skeletten. Ook het voorkomen van veel kleinere skeletonderdelen wijst erop dat het niet om een knekelkuil gaat. Omdat er (nog) geen kinderen zijn aangetroffen lijkt het ook niet om één familiegraf te gaan. Periode vóór het huidige Retranchement Het onderzoek wijst uit dat het gaat om minimaal vijf mannelijke individuen, waarvan twee in de leeftijds categorie 21-24, één 30-34, één 45-49 en één 50-59, en één vrouw in de leeftijd 50-59. Op de schedel van de vrouw is een verkleuring aangetroffen die wijst op de dracht van een hoofdkapje of haarband waarin koperdraad was verwerkt. Het onderzochte skelet is met zekerheid te dateren in de periode vóór 1623. De dateringsmethode geeft na kalibratie een datering tussen 1452-1523 óf 1576-1623. Van het nader onderzochte skelet (zie foto) werd tevens de lengte bepaald. Deze is circa 1,83 meter. Dit is gezien de datering in de vijftiende tot begin zeventiende eeuw uitzonderlijk lang. De gemiddelde lichaamslengte van mannen in de vijftiende/zestiende eeuw lag rond 1,72 meter. Uit de quickscan en nader onderzoek van één skelet is gebleken dat het hier niet gaat om soldaten of een bepaalde categorie personen. Er werden geen afwijkingen in het botmateriaal geconstateerd die gewelddadigheden aantonen. De skeletten wijzen dus op een bewoning van de omge ving van Retranchement voorafgaand aan de oprichting van de wallen in 1604. Deze vondsten zijn om die reden zeer belangrijk voor de geschiedenis van Retranchement. In de omgeving van de Zwinstraat waren geen archeologische vindplaatsen bekend. Bij de riolerings werkzaamheden zijn deze vondsten per toeval aangetroffen. Door melding van de vondst bij de SCEZ kan in de toekomst rekening gehouden worden met eventuele begravingen in de Zwinstraat en omgeving. Het is niet onmogelijk dat zich in de Zwinstraat meer begravingen bevinden die mogelijk bij toekomstige graafwerkzaamheden aan het licht komen. Indien u in het verleden al vondsten deed die wellicht een bijdrage kunnen leveren aan dit verhaal, adviseren wij u dit bij de SCEZ te melden (info@scez.nl). -/• -A i Zeeuws Erfgoed 24 maart 2008/01 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2008 | | pagina 24