Cisterciënzer baksteengotiek in Kloosterzande
Van de Cisterciënzer architectuur zijn in Zeeland
weinig sporen bewaard gebleven. Het meest
markante voorbeeld vormt de Hof te Zandekerk
in Kloosterzande.
De koorgevel van de Hof te Zandekerk straalt een stoere,
gedrongen soberheid uit.
De Hof te Zandekerk, de vroegere kapel van de uithof
te Zande, werd in het midden van de dertiende eeuw
gebouwd in opdracht van abdij Ten Duinen bij het
Vlaamse Koksijde. Een halve eeuw eerder waren
monniken van deze Cisterciënzer abdij in het
Hulsterambacht neergestreken, nadat zij in 1196 het
recht op ontwikkeling van de gronden tussen Ossenisse
en Hontenisse hadden verworven. Met behulp van
lekenbroeders gingen de Cisterciënzers over tot exploitatie
van het gebied rond het huidige Kloosterzande. Vanuit
de gestichte uithof werden gronden door bedijking aan
de zee onttrokken en vervolgens in vruchtbare landbouw
gronden omgezet. Deze inspanningen bleken succesvol,
want rond 1250 werd de houten voorganger van de kapel
van Hof te Zande vervangen door een bakstenen
exemplaar.
Hoewel de voormalige kapel na de verwoesting van 1579
in de periode 1609-1614 grotendeels is herbouwd, is
de Cisterciënzer bouwstijl nog goed van het gebouw af
te lezen. Vooral het koor van de kerk bevat stijlkenmer
ken die karakteristiek zijn voor de door de Cisterciënzers
toegepaste romano-gotiek: de rechte koorsluiting, de
rondboogvensters met kraalprofielen en de geprofileerde
lijsten om de vensterbogen. Ook valt het gesloten
karakter van de koorgevel op, die een stoere, gedrongen
soberheid uitstraalt. De Cisterciënzers pasten de
romano-gotiek overigens niet alleen toe op hun gods
huizen. Ook de grote, driebeukige abdijschuren werden
in deze bouwstijl opgetrokken. Een mooi voorbeeld hier
van staat in het Vlaamse Lissewege, waar de Cisterciënzers
van de abdij van Ter Doest rond 1280 een tiendschuur
met een afmeting van 55 bij 22 meter bouwden. Maar
ook
in andere plaatsen in de Vlaamse kuststrook staan nog
imposante abdijschuren uit deze periode. In Zeeland zijn
daarentegen geen exemplaren bewaard gebleven. De Hof
te Zandekerk is dan ook een van de weinige voorbeelden
van de rond 1300 vanuit Vlaanderen verspreide
romano-gotiek in Zeeland.
De Hof te Zandekerk kan eveneens worden gezien als een
vroege vertegenwoordiger van de baksteengotiek. Daarvan
getuigen onder andere de spitsboogvensers. Dankzij het
toepassen van baksteen kon de (Gotische) hoogte in
gebouwd worden. Rekening houdend met verzakkingen
in het opgaande werk werd in Zeeland het (ton)gewelf
nog wel in hout uitgevoerd. Hierdoor kon er een 'hogere
hemel' gecreëerd worden dan wat een bakstenen kruis
gewelf toeliet.
Het waren overigens de kloosterorden die de baksteen
kunst in Zeeland introduceerden. Op de jonge zeeklei
vonden de monniken geen materiaal waarmee zij hun
kloosters konden optrekken, daarbij was de aanvoer van
natuursteen van elders kostbaar. Daarentegen was klei als
bouwmateriaal in Zeeland voldoende voorhanden. Vanaf
het einde van de twaalfde eeuw gingen de kloosterorden
dan ook over tot het bakken van de zogenaamde
kloostermoppen. Deze bakstenen hadden een lengte
van meer dan 30 centimeter en waren 8 centimeter dik.
Ter plaatse werden mallen gemaakt om deze moppen en
ook de profielstenen te vervaardigen. Vervolgens werden
deze 'kleiblokken' gedroogd, gestapeld en gebakken.
Tot slot werden de stenen gesorteerd naar hardheid en
zuiverheid van maten, om vervolgens te worden
toegepast.
Anno 2010 vinden we deze kloostermoppen ook nog
terug in de kloostermuur van het voormalige Hof te
Zande. Het is onbekend in welke mate deze muur
origineel is. De toepassing van zeventiende-eeuwse
ijsselsteentjes duidt er op dat in ieder geval een aanzienlijk
deel van na de middeleeuwen dateert. Desondanks is deze
muur voor Nederland als uniek te bestempelen. Het is
dan ook jammer dat bij een storm in mei 2009 een groot
gat in de muur is geslagen. Na een melding hierover bij
het Meldpunt Erfgoed Zeeland heeft de SCEZ aan
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gevraagd om
een redengevende beschrijving voor de kloostermuur op
te stellen en na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor
behoud en ontwikkeling van dit bijzondere erfgoed in
de nabije toekomst. Vooralsnog heeft de rijksdienst
positief gereageerd.
De imposante
tiendschuur van
de abdij van Ter Doest
is opgetrokken in
de voor de Cisterciënzers
kenmerkende romano-gotiek.
Zeeuws Erfgoed 11 juni 2010/02 Monumenten