Stucplafonds
Beroemd Zeeuws erfgoed
Herbestemming van
beroemd Zeeuws erfgoed.
Onderaan de balk doet
het stroopblikje dienst
als opvangblik voor
lekkend vet.
Vooral bij rieten
pleisterdragers is
alertheidvereist
bij waterschade.
Rococo stucplafond in
het stadhuis van Goes
vervaardigd in 1775
door Giuseppe Soldati.
Een mooi geornamenteerd stucplafond is een sierraad
voor een woning of bedrijfspand. Status en rijkdom
waren vooral in de zeventiende tot aan het begin van
de twintigste eeuw de drijfveren om een plafond in
een woonhuis rijk te laten versieren.
Zo'n fraai versierd plafond is opgebouwd uit verschillende
lagen. Allereerst een constructieve ondergrond, vaak van
hout en bevestigd aan een balklaag. Vervolgens een
pleisterdrager van bijvoorbeeld latjes, riet of steengaas
waarop de stuclaag is aangebracht, en daarna een
afwerklaag.
In de dagelijkse praktijk van de Monumentenwacht zien
we veel stucplafonds waaraan schade is ontstaan; schade
door gebruik van het pand, ondeskundige reparaties of
calamiteiten die zich hebben voorgedaan. Ook de vele
schilderbeurten maken de ornamenten en lijsten soms
'onzichtbaar', weggestopt onder de dikke lagen verf.
Het ergste wat er met een stucplafond kan gebeuren,
is een lekkage vanaf de bovengelegen vloer of het
doorzakken van de houten balklaag waaraan het plafond
bevestigd is. Om deze problemen op te lossen is een
rigoureuze aanpak vereist.
Maar in elk oud plafond, gepleisterd of niet, kunnen
scheuren voorkomen. Bij behandeling ervan is het op
de eerste plaats van belang om te weten of het plafond
ondanks de scheuren nog stevig aan de balklaag
bevestigd is.
Vooral bij rieten plafonds die sporen vertonen van eerder
geleden waterschade is extra alertheid nodig. De rieten
pleisterdrager kan door een oude lekkage van een goot
of een ongelukje met een op zolder geplaatste wasmachine
nat geworden zijn. Door rotting van het riet en door
geroeste plafondbevestigingen kan het plafond na enkele
jaren pardoes naar beneden komen.
Reparatie van loshangende en beschadigde plafonddelen
is werk voor een vakman. Ontdekt u schade aan plafond-
delen in uw monument, neem dan contact op met de
Monumentenwacht om u deskundig te laten adviseren
over de herstelwerkzaamheden.
De Monumentenwacht komt in de praktijk van
alledag wel eens leuke en onverwachte zaken tegen.
Niet alleen de ontmoetingen met eigenaren en
beheerders van monumentale panden zijn in een
aantal gevallen bijzonder, maar ook de aangetroffen
toestand van het monument of het gebruik hiervan.
In een Zeeuwse molen trof de Monumentwacht een heel
oud blikje aan dat een tweede leven had gekregen.
Zoals misschien bekend, bevindt zich in een molen een
verticale as die ervoor zorgt dat de door de wieken
opgewekte omwentelingen naar de molenstenen worden
overgebracht. Deze zware houten koningspil of koning,
want zo heet een dergelijke as, kan grote afmetingen
hebben. Exemplaren van 40 bij 40 centimeter en een
lengte van 5 meter zijn geen uitzondering.
Om deze koningsspil om zijn as te laten wentelen,
staat deze met de onderzijde op een lager of taatspot.
Een ijzeren pen aan de onderzijde van de spil staat hierbij
in een ijzeren bakje gevuld met vet om zo min mogelijk
wrijving te veroorzaken tijdens de omwentelingen.
Door de draaiende beweging van de as wordt het vet
warm en kan het uit de taatspot gaan lekken.
Omdat het voor een molenaar erg vervelend kan zijn
als er voortdurend vet op de vloer druipt, heeft deze
molenaar in het verleden een 'lekbakje' aangebracht.
Waarschijnlijk heeft de goede man aan zijn vrouw
gevraagd of ze geen leeg blikje bewaard had. En jawel,
zij had een exemplaar bewaard waarin de overheerlijke
"beroemde en bijzonder voedzame Zeeuwsche
keukenstroop" in kiloverpakking had gezeten.
Met wat knutselwerk heeft de molenaar het stroopblikje
omgebouwd tot lekblikje en onderaan de balk vast
gemaakt. Tot op de dag van vandaag doet het uitstekend
dienst om het vet op te vangen.
T i
xJ I u l'
Zeeuws Erfgoed 8 december 2011/03|04 MONUMENTEN