Archeologisch nieuws
De gouden ring van de 'berg
van Wabeke' in Wemeldinge.
Wemeldingse berg in het nieuws
Gouden ring na ruim een eeuw terug
Na bijna één en een kwart eeuw kwam een gouden ring
uit de vliedberg van Wemeldinge, 'de berg van Wabeke',
weer boven water. Dit gebeurde dankzij de aanmelding
van de ring bij de SCEZ door mevrouw Rian van Damme
uit Nieuwerkerk, een nazaat van de toenmalige eigenaar
van het bergje. De Wemeldingse berg is met zijn ongeveer
10 meter de hoogste van de 38 middeleeuwse vlied- of
kasteelbergjes die nog in Zeeland zijn overgebleven.
Ooit waren er meer dan 200.
De Middelburgse oudheidkundige J.C. de Man beschreef
de berg van Wemeldinge in 1897 en meldde toen, dat
de gouden ring door de zoon van eigenaar Wabeke 1 meter
onder de oppervlakte van, of bij de berg was opgespit.
De verblijfplaats van de ring was sindsdien onbekend, tot
de huidige eigenares het sieraad begin juni aanmeldde. De
diameter van de ring aan de buitenzijde is 2,5 centimeter,
aan de binnenzijde 2,1 centimeter. De dikte is gemiddeld
3 millimeter. De ring is niet perfect rond en er is niets in
gegraveerd. Aan de binnenzijde is de ring ook bol/rond en
dus niet plat. Volgens de melders is de ring 22 karaat; het
gewicht bedraagt 8 gram. De datering is vooralsnog
onbekend.
De Wemeldingse berg figureerde zaterdag 18 juli
ook in een aflevering van een serie in het Reformatorisch
Dagblad over cultuurhistorische objecten in het landschap,
met medewerking van de SCEZ. De serie is gemaakt in
samenwerking met prof. Hilde Huizenga van de Universiteit
van Amsterdam en cultuurhistoricus Dirk Perdijk.
De Wemeldingse berg, gezien vanaf het terrein van de dorpskerk
(foto H.M.D. Dekker).
Evaluatie
Provinciale Onderzoeksagenda Archeologie Zeeland
Na het afronden van de startnotitie en het projectplan
heeft de Provincie Zeeland aan de SCEZ de opdracht
verleend om de evaluatie uit te voeren, zoals door
de SCEZ is voorgesteld. Gestart is met het maken van
de inventaris van alle projecten die met geld uit de POAZ
zijn gefinancierd. Daarvan worden de harde gegevens, zoals
radiokoolstof- of 14C-dateringen, dendrochronologische of
jaarringdateringen in een database opgenomen. Van de
resultaten van het bijbehorende onderzoek en de resultaten
van onderzoeken voor andere kernthema's zonder harde
data wordt een beschrijving gegeven die in een hoofdstuk
in het eindrapport zal worden opgenomen.
Ondertussen komen ook nog resultaten binnen van uit
de POAZ ondersteunde onderzoeken uit voorgaande jaren.
Een van de belangrijkste gegevens daarvan betreft een
14C-datering van de Absdaalseweg in Hulst. Hier werd in
2011 bij een opgraving een kleine kuil gevonden met daarin
verbrand menselijk bot. Het vermoeden bestaat dat het
hier gaat om een crematiegraf en op grond van vondsten
uit de omgeving werd gedacht aan een datering in het
Mesolithicum (8800-4900 voor Christus). De datering
heeft inderdaad die ouderdom bevestigd: het bot wordt
gedateerd tussen 5890 en 5720 voor Christus, in het
Laat-Mesolithicum. Crematiegraven uit deze periode zijn
uiterst zeldzaam in Nederland en Vlaanderen en dit graf is
dan ook het eerste graf dat in Zeeland is gevonden.
Uit de bestudeerde literatuur is al een ander uitzonderlijk
gegeven te melden. Bij een proefsleufonderzoek aan de
Pekelingseweg bij Aagtekerke is veel aardewerk gevonden
uit de Laat-Romeinse tijd. Het aardewerk dateert uit de
periode 270-360 na Christus, een tijd waarin algemeen
wordt aangenomen dat het grootste deel van Zeeland
achter de Oude duinen is verdronken tot een groot
waddengebied. Blijkbaar waren er in die periode toch
delen van dat gebied te gebruiken, hetgeen een nieuw
licht werpt op de geschiedenis van Walcheren en Zeeland.
Reconstructietekening en scherven van een Laat-Romeinse kom van
metaalglansaardewerk van de Pekelingseweg bij Aagtekerke,
datering 300-360 na Christus. Uit: Deconynck De Clercq 2011.
Zeeuws Erfgoed 2 1 september 2015 03