“Het is geen
kleinigheid zoiets”
Hieronymus van Tuyll van Serooskerke
Knikkeren met vingerkootjes
Restauratieplan
ZEEUWS ERFGOED
nr. 3 2022
18
Afbeelding
De vingertoppen van
het beeld werden rond
1870 door kinderen
afgebroken om in de
kerk mee te knikkeren
portret- en detailfoto
Mieke Wijnen Fotografie.
gesubsidieerd krijgen en ook niet bij de Provincie
Zeeland een aanvraag indienen. Op 19 november
2019 kregen we de uitslag dat de kerk én het
interieur eindelijk officieel als ‘volledig monument’
werden aangemerkt. Dat maakte het aanvragen
van subsidies een stuk eenvoudiger. Na vele
inspanningen kregen we op 12 juli van dit jaar
te horen dat de laatst benodigde subsidie ook
gehonoreerd was. De restauratie kan eindelijk
doorgaan!”
Op de vraag of Rien het graf als een lust of een
last ziet, antwoordt hij: “Het is wel een lust, maar
het is ook een last om dit allemaal te regelen en
financieel rond te krijgen.”
Er is door specialisten een gedegen restauratie
plan gemaakt. De behandeling zal hetzelfde zijn
als bij het praalgraf van Willem van Oranje in Delft.
Dat heeft heel goed uitgepakt. Het monument
wordt gedemonteerd en alle onderdelen worden
naar Amsterdam gebracht. Daar wordt het op
vakkundige wijze in baden ontzout. In totaal duurt
het anderhalf tot twee jaar voor het weer terug
komt. Bij terugplaatsing komt er een kunststof
plaat achter en onder, zodat het werk helemaal
vrijstaat van de muur en vloer.
Wie was toch die man die zo’n imposant praalgraf
verdiende? Hieronymus van Tuyll van Serooskerke
(1615-1669) was ambachtsheer van Tienhoven,
Stavenisse en Sint-Annaland. “De Van Tuyllen is
een heel grote, beroemde adellijke familie met
veel land. In 1653 heeft Hieronymus net buiten
het dorp een slot laten bouwen, waarvan alleen
de fundamenten nog bewaard zijn. Hij bivakkeerde
daar graag. “Het was zijn nadrukkelijke bevel om
hier in Stavenisse begraven te worden. In de kelder
onder de kapel staan twee loden kisten. Eén is van
hem, de ander vermoedelijk van zijn vrouw.”
“Dat het grafmonument zo bijzonder was wist
niemand hier. Dat kwam pas nadat de experts
van de RCE en het Rijksmuseum ernaar gekeken
hebben en erover geschreven hebben. We wisten
niet beter dat, als we naar de kerk gingen, het
beeld een beetje verscholen achter de preekstoel
stond, meer niet. Rond 1870 gebruikten kinderen
het beeld als klimrek en hadden ze stukjes van
de vingers, de vingerkootjes, afgebroken en daar
knikkerden ze mee in de kerk. De baldadige jeugd
van Stavenisse heeft dat gedaan en dat kun je nog
altijd zien. Later is er een hek omheen geplaatst.
Nadat de oude kerk gesloopt was, hebben ze dat
hek weer weggehaald. Waarom weten we niet.”