xxvin
opwekke tot eene Jleeds dmrende eensge
zindheid en onzydigheidlaten wy ons
ze hen Jleeds liefhebbers der waarheid
bctoonendie gretig omhelzen, wanneer
wy de overtuigende kragt daar van in
ons ontwaar wordenlaat geen natver
onder ons gevonden wordendan om el
kander en aan te Jporen tot meerder vor
dering; onderwerpen wy ons edelmoe
dig aan de befcheidenheid van hundie
over ons werk zullen oordeelen. De
Eeuwwaar in wy levenis verligt
en het ontbreekt niet aan zulkendie be-
rispelykheden vindende dezelve gretig
aan het ligt zullen brengenvan onze
zyde zullen wy hun zekerlyk ftoffe daar
toe verfchaffen, maar laten wy ook daar
ons nut tot onzer verbetering mede doen
en laat de opregtheid van onze bedoe
ling het fchild zyn, waar mede wy ons
dekken tegen de zulken, die ons min vrien-
delyk en befcheiden mogten bejegenen.
Na dat wyders in deze Vergadering
kennis was gegeven van 't gene door
de Leden van dit Genootfchap federt
des-