c 446
fielten daar na zoo veel frisfe lucht ver-
fchaft als mogelyk is, om dSar door des te
fchielyker de vochtigheid te doen vervlie
gen. Men moet zorge dragen dat de Ha
ven zoo weinig morsfig zyn als doenelyk
ismen moet ze verlof geven om zig op
den middag te wasfchenen de onwilligen
daar toe dwingen; acht geven dat hun hoofd-
hair geichoren worde, dat zy geen vuilig
heid om laag doen (h)en dat cle zieken
een afgezonderde legplaats hebben.
3. De derde zaakwaar op men behoort
acht te gevenzyn de levensmiddelen. Het
is ten hoogden noodzakelyk dat een fcheeps-
bevelhebber zigzoo v,el voor de Haven als
voor hetfcheepsvolk, van verfche en wei-
geconditioneerde mondbehoeften voorziet,
en vervolgens alle zorg aanwendt om de
zelve zoo veel mogelyk isgoed te hou
den. Het was te wenfchendat men, by de
infchepingvan de uitvinding van den Heer
hales gebruik maakte om de fcheeps
mondbehoeftenwelke gemeenelyk en voor
al op langduurige reizendoor verfcheiden
infedten worden aangetastvoor bederf te
be-
(h)Sommigc fcheeps-bcvelhebbers laaten, 's nachts bali-
en tusfchen-deks plaatfen,waar in dcflaven hun gevoeg
doen. Dit is een gewoonte die geenzins te pry zen is,
wyl de flankwelk daar door in 't fchip veroorzaakt
wordtniet dan zeer nadeelig voor de gezondheid kan
zyn.