44^
op de kusten van Africa bevindtvoor de
flaven verversfing koopt, als milhioyams,
pot at os, pi fang, en vooral limoenen, zoo
om ze langzamerhand aan de paardeboo-
nen en fcheepsgort te doen gewennen, als om
het fcheurbuik en andere kwaaien voor te
komenen inzonderheid moet dit niet na
gelaten wordenwanneer men genoodzaakt
is de flaven langen tyd aan fcheepsboord
te houden, eer men den overtocht naar
America onderneemt.
4. De vierde zaakwaar op men behoort
acht te geven, is op 'twater. De dage-
lykfche ondervindinge leert, dat het wa
ter 't welk men uit het Vaderland mede
voertna verloop van eenige weken aan het
bederven raaktwaar door het een zeer on-
aangenaamen reuk verkrygt. Deze kwade
hoedanigheid welke door het verrotten
van infedten wordt voortgebracht blyft
niet altyd voortduuren't water wordt we
derom goeddoch maar voor eenigen tyd
het raakt op nieuw aan het Hinken door de
verrotting van andere wormtjes, en daar
na wordt het wederom goed. Deze veran
dering door fommigen ziekte van 't water
genoemd, gefchiedt fomtyds drie of vier-
maalen op de reisdoch op het laatfte blyft
het altyd zoo goed dat men 'er op de kus
ten van Africa geen beter kan bekomen.
Maar