23
de choroides aangeplakt, hebbende deszelfs
i grootfte vasthegting ter plaatfe daar het in
1 den bodem van het oog begint, en aan de
1 hairige voortbrengzels eindigt. Dit vlies
'f heeft deszelfs grootfte dikte in den bodem
des oogbolswelke dikte van langzamer-
1 hand verminderdnaar mate het voorwaarts
gaat en de hairige voortbrengzels nadert.
Deszelfs weefzel is geheel zagt en papag-
tig, en wordt in twee laagen onderfcheiden,
waar van de buitenfte mergagtig,en de binnen-
I fte vatagtig isom nu overtuigd te zyn, dat
j dit vlies dubbeld isbehoefd men 't zelve
maar alleen in een versch oog nauwkeurig
i te befchouwenwant als dan zal men zien,
dat het zeer glad, effen en [zeer los aan de
inwendige oppervlakte van de chqroides vast-
gehegt isdat het aan deszelfs buitenfte op-
pervlakte, welke tegen de choroides gekeerd
iszoo week als flym is, daar het in tegen
deel aan deszelfs binnenfte oppervlakte, wel
ke na het glasagtige vogt gekeerd isveel
vaster gevonden wordt. De buitenfte laag -
of de mergagtige,is zoo zagt, datzy inwa
ter geheel kan ontbonden worden; be bin
nenfte is zeer teeder en fynwaar in een
groot aantal vaten gevonden wordenwel
ke in den natuurlyken ftaat geen rood bloed
toelaaten. hovius (x) heeft opgemerkt, dat
B 4 de
(x) Tratft ds circ. Humor41," Tab. 4;