ggo D. H. GALLANDAT OVER T>É
klaarde, moest noodzaaklyk de Keizer-
lyke Snede als een fchandelyke daad aan
gemerkt worden en vervolgensin 't ver
geetboek gerakenook hebben de ge-
fchiedenislèn, geduurende die barbaar-
fche eeuwengeen geval van het redden
van een Cajarvan een Scipio of van een
Manilïus voortgebracht, maar wel dui
zenden voorbeelden van onnoozele men-
fchendie aan de woede van het byge-
loof en onwetenheid zyn opgeofferd.
'tls waar, dat die verhinderingen he
dendaags ten grooten deele weggenomen
zyn, en men moet tot eere van deze
eeuw bekennen, dat de Ontleedkunde
thans weer met de grootlle naauwkeu-
righeid geoeffend worde, en dat de ge
leerden het juk van vooroordeel en by-
geloovigheid in veele opzichten hebben
afgelegd; maar 't is noch verre af, dat
men 'er den gemeenen man van kan
vryfprekende dagelykfche ondervin
ding leert al te dikwyls het tegendeel;
daar wordt veel tydomzichtigheid en
geduld vereischt, om het ingekankerde
bygeloof of vooroordeel van het gemee-
ne volk te ontwortelen en uit te roeijen
om een kwaade gewoontezoo wel in Na
tuur- als in Zedenkundete niete te doen
ZOU-;