GEWYDE BEURTGEZANGEN. 4Ö3
gezangen opdan men wel denken zou.
Boven (<5. XXVII.) toonden wy, dat er
zulke Pfalmen warenen inzonderheid
vonden wy den Vyftigjlen Pfalm zoo
gefielddat er Goddelyke Perfoons-Af-
wisfeliogen in voorkomen. Sommigen
'tis waar, dragen klare kenmerken eener
Alleenfpraakmaar dit neemt niet weg
dat er nog al eenige zynwelke voor als
nog als Alleenfpraken behandeld werden
die men egterby nader onderzoekmo-
gelyk van eenen anderen aard zal vinden,
't Is ongeloofielykwelke nadeelen eene
voorbarige Analyfis van den inhoud en
famenhangaan de zuivere en oordeel
kundige uitlegginge der Gewyde Blade
ren heeft toegebragt!
XLVIII. Trouwens zal oit iemand
gelooven, die niet te voorbarig is in zyn
oordeeldat de Honderd en Negentiende
Pfalmals in eenen adem door eenen
eenigen Levitifchen Zanger, of door
een enkel zonder Strophen en Antijiro-
phen, dat is, zonder Afwisfelingenin
den Tempel gezongen wierd? De be
roemde venema, die in elk Smal
deel eene toefpelinge op een byzonder
geval van Davia, onder Sauls regeringe,
Dd 4 wil