540 J. F« HENNERT OVER DE
Men zietdat de verfchillen der aard-
asfenuit de tien metingenvergeleken
met den graad onder den evenaar, afge
leid, te veel van elkander onderfcheiden
zynom dat onderfcheid alleen aan de
mishagen in de metingen begaan toe te
fchryven.
i). De grootfle irregulariteiten open-
baaren zich onder de breedten van 330 en
van 390 12' en in Hongaryen onder de
breedte van 450 47'. 2). De minfte irre
gulariteiten ontdekken zich tusfchen 430
en
Breedten
midden e-
venredig-
Evenredigheid der asfen
Verfchil
ftellcnde de groote as s j
der asfen
0' 9944927
I
W-
o' 9980197
1
535
0' 9971587
1
345
0' 9963645
38?
0' 9962825
r
373
0' 9969021
r
33?
0' 99§53P7
'666
0' 9965566
m
0' 9967967
1
3 n
O' 99)3704
r
5T7
0' 9966483
533