VAN EENIGE OUDE PENNINGEN. 433 hunne gedachtenis op koperen munt*» hukken genoegzaam nagelaten, en wel voornamelyk Rhoemetalces de eerhe van dien naam, gevende als Leenman van het Keizerryk de eere aan den Romein- fchen Keizer Augustusdoor zyne mun ten, ten bewyze van onderdanigheid, met het hoofd van dien Keizer te be- hempelen. Ik bezitte die allezoo met de afbeeldfels van den Keizer alleen, als te gelyk van de Keizerinne Livia. Tot nu toe heeft men by de oudheid kundigen noch geenen volkomen ge denkpenning van den Koning Rhoeme- talces den 11 ontmoetdoch dezelve is thans in myne penningkasfe, met des- zelfs afbeeldfelen dat van den Keizer Cajus Caligulawiens Leenman hy was (p). IV, DEELEe Het (p) Dezen zonderlingen gedenkpenning, denee- nigen die volkomeniszooveel bekend is, heb ik bekomen uit de penningkasfe van den Heer Herman va?i der Horstin zyn leven Bedienaar van hetGod- lyk Woord te Schoonhovendie, te Smyrna ver- fcheidene jaaren den Predikdienst waarnemendeen zeer wel bedreven zynde in de Griekfcbe oudhe den, aldaar een goeden voorraad van penningen hadt vergaderd, welke Hy, by zyn leven, aan my heeft overgelaten ter vermeerderinge van myne Muntkasfe.— De Heer haverkamp maakt," in zyne'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 467