538 J. F. HENNERT OVER DE
17. By den eerften opflag mag het
fchynen, dat het verfchil tusfchen de
fpheroidifche en fpherifche paskaarten
vry aanzienlyk begint te worden met
40° poolshoogtemaar om over dit ver
fchil te kunnen oordeelen, dient men
op te merken, dat men in het berekenen
der fcheeps-courfen niet de lengten der
meridiaans-deelen, maar wel haare dif-
ferenten gebruikt. Om dit ftuk op te
helderenzal ik het volgende geval op
beide paskaarten voor verfcheidene
poolshoogten toepasfelyk maaken.
1) Een fchip uitgezeild zynde onder
40° breedteW. N. W.komt tot de hoogte
van 50°. Men vraagthoe het verjchil
der lengte op beide Paskaarten moet be*
paald worden
Het is bekend (zie 704 van myne Ele
ment a artis nauticaedat het verfchil
der meridiaans-deelen onder de twee ge-
gevene namentlyk 851 3474 2623
op de fpherifche paskaarte, en het ver
fchil 851, 3 3491, 1 2639, 8 op de
fpheroidifche paskaarte met den tangent
van de ftreek W. N. W. of met den tan
gent van 67° 30' moet vermeenigvuldigd
worden, om het verfchil der zee-leng
ten