DEN SPIRITUS SALIS MARINI. 77
het zyn de vingeren alleen nietwelke
deeze ziekte onderworpen zyn: men
ontdekt dezelve ook aan de Teenen,
gelyk ik in myne Praktyk meermaalen,
en wel meesten tyds, ondervonden heb.
Onder myne aanteekeningenvind ik
de geneezing eener vleeschachtige uit-
groeijing onder den Nagel van den groo-
ten Teen. Dit ongemak hadt zulk ee-
ne groote uitgebreidheid, dat het my
ondoenlyk wasom den Nagel, niette-
genftaande dezelve door de verheven
heid van 't uitwas byna drie agtfte dee-
len eens duims van den top des Teens
afltond, tot aan 't einde deezer uitgroei-
jing weg te fnyden. Dit gebrek, welk
een geruimen tyd door een ander Heel
meester was behandeld, veroorzaakte
de Lyderesfe zo veel pyns, dat zy haa-
ren dienst, als Dienstmaagdmoest ver-
laaten: en, de geduurige daar by plaats
hebbende bloeding en vogtsontlasting,
belette haar tevens aan deezen voet een
fchoe of muil te konnen draagen. Na
eene genoegzaame befchouwmg van het
gebrekbefloot ik het zelve op de ge-
voegelykfte wyze uit te roeijen. Ten
dien einde beltreek ik de oppervlakte
dagelyks met de Lapis Injemailsen
dek-