Het Dogtertje van W. D. hadt van
de geboorte af, de beginfelen van een
vleesch-gezwel op het midden desVoor-
hoofds't welk men my niet dan na ver
loop van dertien weeken zien liet. Het
was toen, in grootte, gelyk aan het
voorige, hebbende in den omtrek, gee-
nerley verharding. De traage vorderin
gen, welke de Geest, vermengd met
Varkensreuzel, in 't eerfte deezer geval
len maakte, bepaalden my nu tot het en
kel gebruik van deezen Geest, door een
penceel aangebragt. Vier maaien daags
liet ik met dit Middel het gezwelletje
voorzigtig aanraaken befchermende
den omtrek, door denzelven flegs met
een weinig kaarsfmeertebeftryken. Het
gevolg was in allen opzigte gelukkig.
Den 22.derzelver maand, toen hetzelve
reeds volmaakt was uitgedroogd, heb
ik het in dien ftaat vertoond, aan de
HeerenLABEE, sinderam, martens en
de keyzer. Toen ik het Kind den 2.
July weder zag, heb ik het geheele ge
zwelletje, welks omtrek nu begon loste
worden, met het eindeeenerdunne fpa-
fgl afgeligten beyqnd toen niets dan
een
1Q3 E. V. SWAGERMAN OVER
pERTIENDE GEVAL,