38 J. VEIRAC OVER DE ROTKOORTS
Aanmerkingen maaken. Vooreerst: uit
de befchryving en kenmerken der ziekte
blykt, dat zy met de befmettelyke Rot-
koortfen te land volmaakt overeenkoo-
me. Ten Tweeden: de verwyderdeoor-
zaaken dezer ziekte zyn insgelyks even
dezelfde, welke de kundigfte waarnee-
mers als de oorzaaken der befmettelyke
land- en legerkoortfen opgeeven. Hier
uit volgt, Ten Derden: dat de waare
of naaste oorzaak van beiden, dat is,
de eige aart der ziekte even dezelve zy
en beftaa in een rottig bederf der gal
gepaard met eene min of meer (naar ge
lang van de kwaadaartigheid der ziekte)
rottige verdunning des bloeds, Om deze
Helling aan te dringenwas hier de
plaats, omtebewyzen, - dat de kenmer
ken van onze Rotkoorts geene andere,
dan de even gemelde naaste oorzaak
aanduidendat de verwyderde oor
zaaken het vermogen hebben, om de
zelve te doen beftaandat zulke mid
delen, die algemeen erkend worden
de rotting te wederftaan in deze ziekte
voor-, en andere, die de rotting bevor
deren nadeelig zynen eindelyk dat
de ontledingen na den dood dit bederf
aanduiden.