368 L. BOMME OVER EENIGE
derflen klomp fleen een klein gedeelte
van deszelfs bodem had verloren.
Echter zoodanig dat de fchulp noch
gqnoeg onderfteund was, en behoorlyk
vast bleef zitten. Alhoewel zulks by
vervolg veranderde, en het Diertje'er
zich doorboorde, waar door by hetuit-
teekenen, de fchulp van het Diertje
wat te hoog geplaatst is, tegen den Na-
tuurlyken lland, als moetende geheld
zyn, in het alleronderfle van de koker
of buys by b.
De Jleen zelf is van eene zelfflandig-
heid die zich gemaklyk laat fplytenen
afraspen, en zelfs door eene kleine
wryving met wateren eenig hard
lichaamzich lichtelyk tot een pap
laat ontbinden.
De daar in zynae kokersof buizen
zyn vry naby elkander, en eenige zelfs
in elkander loopendeof dit voor een
dier Diertjes ook den dood veroorzaakt,
heb ik niet konnen bemerken of
fchoon ik in verfcheiden dezer buizen of
holligheden, dooden hebbe gevonden,
zynde alleen de fchulp gaaf, doch ver
vuld met llyk; terwylin fommige, met
het afzaagfel van den fleende fchulp
en buis vervuld was.
An-