JOQDÈN TE COCHIMo 531
uit hun land, na de verwoesting destwee-
den Tempels." Waar bij de Schrijver op
den rand voegtdat hij zich niet konde ber
st inner enof de Jooden zeiden, dat hunne
voorouders vrijwillig of gedwongen uit dit
Rijk van Mayorca naa India waaren ge
ts trokken". Voorts is 'er een diep ftilzwij-
gen'op Wat wijzeof langs welken wegde
Jooden dien togt hebben verricht.
Maar p. 10. wordt noch in de Nbtijias
uit den mond der Cocbimjcbe Jooden in 1686
verhaald: Dat in 't Jaar 4250 [zijnde der
ts Christenen 489] eene andere gkoote me-
t> nigte volks, aldaar was aangekoomen,
,t zonder dat zijdie dit verhaalden wisten
te zeggenvan wat oord, aangezien hun
ts boek Sepher Haijafardoor de plundering
ts der pqrtugeezen 17.) was verlooren.
Eindelijk p. 8. was aangetekend, dat de
eerfle spaansche Jooden \n 't Jaar 5272 fzijn-
de der Christenen 1511) te Cocbim waaren
gekoomen, en zich daar hadden neergeflaa-
gen; hebbende toen eene Synagogefchoo-
L1 2 ner
als reeds onder claudm ten hunnen opzigte was
bevoolen, dat zij uit Romen moesten vertrekken,
Hand. 18: 1.
Maar let men op 't Privilegie van erawi wan-
mara 9.) van 't Jaar 426. dan vak die tijd in,
(én Jaarna de verovering der Balearifche eilanden
door de Vandaaien, voorgevallen in 425. fndien nu
de tijd van hun vertrek, tot dat perk was bepaald,
kon men vermoeden, of weiligt de Vandaalenhen
hadden genoodzaakt, naa het vaste land over te
gaan, en dus gelegenheid te vc-rfchaflen 0111 ver
der 00 naa de Indien te trekken.