2,
HET ONDERHOUD DER ARMEN. 159
der Diakonie en Armen-middelen voor
eenige maanden vervallen: de vorst,
aanhoudende regen, en andere toeval
ligheden 't werk llremmende. Maar
behalven deze belemmering uit het Tai
foen ontllaande en de ambagts- ge
zellen en arbeiders in den landbouw
byzonderlyk treffende, zyn 'er ande
re, die den Werklieden in de Fabrie
ken, en zulken die in de pakhuizen
der kooplieden hun brood winnen,
voornamentiyk aangaan, te weten het
ftilftaan van hunne Fabriek, veroor
zaakt, 't zy door gebrek van vereischte
werkftoffenof van vertier voor 't ge
maakte, 'tzy door't ophouden van bui-
tenlandfchen handel door den oorlog,
kaperyen enz. - Verders behoort men
hier in agt te neemen, dat alle werk
voor alle plaatfen niet even gefchikt is,
de grootte en gelegenheid der fteden
en dorpen maken hier in een aanmer-
kelyk onderfcheid.
Uit de gemaakte aanmerkingen volgt
wederom
t, Dat het werkden Armen voor te ft el
len, zodanig moet zyndat noch kou
de, noch vorstnoch regenbeletten
zal voorttezetten,