officiersen gemeene in den kuil geen zigt heeft; wordt 'er by het ruimen des winds een party volk agterop, tot hetopbrasfender zeilen, vereischt, dan moet ordinair het volk door de dek- officiersvan de kistenen tusfchen de Hukken van agter het fpilby één verzameld worden die dan ordinair nog eenige woorden-wisfeling hebben, wie van hun naar boven zal treden waarin veeltyds de quartiermeester of een dek officier, genoodzaakt isge voelig hun verfchil te beflisfendan kan 'er door de fma'te der halfdek trappen n.et meer als één man gelyk opgaan; tegen dat zy dan aan de bras- fen en fchooten verdeeld zyn, om het opbrasfen te beginnen, zo heeft men het op een drie-dek febip agter al ver- rigt. Dit brasffin agterop verrigt zynde, verloopen 'er weder eenige minuten eer dat die manfehappen man voor man, die fmalle half-dek trappen af gegaan zyn, tot het ophalen van het groot marzeil en voortuig, daar veel tyds het loopend touwwerk verward van, en tusfchen de Hukken geilingerd legt. O 4 Wan- O. I. SCHEPEN. 215

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 245