224 e- lombard over de fend wierd, in welker kundigheid men onze Nederlanders ledcrt ruim an derhalve eeuw, zo vergevorderd ziet, in vergelyking by onze voorvaderen, waardoor men met de wydaigelegen- fte olkerender weereld, gemeenfchap kan hebbenom een gedeelte van den oogst hunner gewesten, in onze havenen over te voeren; zynde hier in de voornaamlte zuilen, waarop de welvaart, buiten alle tegenfpraak, in onze Republiek is gevestigd. De fchepen hiertoe by de Neder- landfche 1. Compagnie in gebruik, waarmede de zeeman den wyden oceaan doorkruistzyn kuil- en drie- dek-[chc pen (f). Die charters moeten wy bezien, kV elke ae bekwaamjle zyn tot nut der Maat f chappyen tot veiligheid der zeeliedendie een nuttig gedeelte der menfcbelyke Maatfchappy uitmaken Men heeft bevonden en bevindt nog dagelyksdat de Jchepen met een ge- dek- ff) Zeeland is de eenigftc Kamer, daar van liet Jaar 1763 tot 1773 tien dne-tiek-fchepen zyn aange bouwd waarvan 'er e'én ten anker lesrgende on der de Chinafche wal in zwaar weer ongelukkig, door net laten openftaan zyner fchutpoorcen, ag-* ter zyn anker is neergezonken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 254