Wanneer 'er tusfchen de twee dek
ken der kuilfchepen veel volk is byeen-
geproptzo wordt de lucht door de
veelheid hunner uitdampingen fchade-
lyk, het geen wy in het eerfte lid de
zer vraag naar de hoedanigheid van het
wcêr zagen, en in de volgende vyfde
vraag zien zullen.
Zal het volk op een kuilfchip van
150 voeten, een bekwaame leg- zit- en
woonplaats hebben, dan kan het ge-
voeglyk met 380 gezonde manfchap
bevolkt worden: onder deze 380 man
fchap zyn 'er iii de 30 officiers
waarvan 'er 9 agterop zyn met 9 jon
gens, 1 matroos en een hofmeester,
voor onder de bak 7 met 2 matroo-
zen2 foldaaten en 2 jongens7 in de
konftabelskamer met 2 matroozen en
i jongen4 in 't kabelgat en 1 jongen5;
in de boddelderymet 1 matroos
en 2 jongens, komt te famen 56 man,
als 32 officiers en 24 gemeenen; 'er
blyft nog overig 324 manfchap waar
van 'er 6 bakken kunnen geplaatst
worden onder het halfdek, aan ieder
bak 9 man, komt 54de overige 270
manfchap plaatst men tusfchen de 2
R 3 dek-
O. I. SCHEPEN. 261