O. I. SCHEPEN.
277
ling moet verkoeld worden, moet nog
te veel, nog te weinig zyn, maar in
een behoorlyken graad van gematig-
heid bepaald blyven: want de lucht, die
door hun wordt ingeademdte koud
zynde, zal de digtheid van het bloed,
v/elke hier van afhankelyk is, vermeer
derd worden; en door eene al te kou
de lucht zo zeer verdikt worden, dat
het bloed by geene mogelykheid door
de kleine vaatjes zou kunnen heen drin
gen, dit kan niet anders dan door zeer
gevaarlyke verftoppingendoor wel
ke een ondergang van het leven ge
dreigd wordt, agtervolgd worden, en
des te eerder, wanneer de debilitas des
lichaams groot is.
Uoor het opdoen van eenen gunftigen
wind, begevenzy hun naar zeeen moe
ten het anker winden, dat by het uit-of
opzeilen eener reede veeltyds verfchei-
de keeren gefchieden moetwaarby
men op het drie-dekfebip ruimte be
houdt, tusfehen het eerfte en tweede
dek voor de zieken, buiten het fpil, dat
rondsom met windboomen is bezet.
Op het kuil-Jcbip is men dan verpligt,
de zieken van onder de fchans, tus-
S 3 fchen