314 W. UDEMANS OVER DE helst het oploeven of by den wind zeilen met weinig afdryven, ter bevei liging voor het ftranden tegens laager wal. Hier moet men de beide fchepen vooronderftellen na eenderley theorie of eenderley malle te zyn gebouwd. Men neme dan hier in de eerfte plaats een kuil-fchip, naar de regelen der konst gebouwd, voor zoo verre het le ven-deel van het fchip betreft, zynde dat deelhet geen beneden de opper vlakte van het water komt, en dat by ge volge, deveerdigheid in deszelfs voort gang bevordert, of tegenhoud, naar mate het meer of min naar de konst is uitgewerkt. Dit kuil-fchip nu vooronderfteldnaar de konst gebouwd te zyn, voor zoo ver re het beftaanbaar is, met het intrest van de Oost-Ind. Comp.want zulke fchepen, worden hier principaal be doeld, die teffens by eene goede zei* lagie, ook veele koopmanfchappen konnen inladen, en zonder defecten alhier in Nederland aanbrengen Men ftelle dan zig hier voor zoo een kuil-fchip, by den wind zeilende, dog dat door de drukkende kragt van den op-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 344