320 \v. üdemans over de Ik zal dan hier befchryven een kuil en een drie-dek-fchipin hunne voor- en nadeelenen die beide naar eene conflructie zyn gebouwd. En dewyl alhier bepaaldelyk wordt gevraagd naar fchepen, die de reis tus- ichen Europa en de Indien moeten doen zoo verftaat de Wel Ed. Geftr. Heer radermacher alhier door fchepen der Oost-Ind. Comp., offchoon het zyne betrekking heeft tot de zee- vaart-kunde in het algemeen. Ik breng dan eerst onder het oog de vermeende nadeelen der drie-dek-fche- pen, als eerst het dieper gaan, en ten tweeden de rankheid, door het hoog optimmeren van het derde of bovenfte dek, waar door men in noodzaak wordt gebragt, om meerder ballast of te onderlaag in de drie-dek-fchepen te doen, en het dan ten gevolge zoude hebben, het dieper gaan van een drie- dek- boven een kuil-fchip. En dewyl het vlotgaan der fchepen een noodzaakelyk poinct is in de fche pen van de Nederlandfche Oost-Ind. Comp., door de ondiepte der zeeha venen van Texel en Goereê, zoo zou de dit een groot gebrek zyn in de drie-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 350