bende, moete ik dan nubefchouwen
de voordeelen en mindere gevaaren van
een drie-dek- boven een kuil-fchip in
zwaare ftormen.
Dit zal ik eerst befpiegelende voor-
Hellen en dan Proefondervindelyk
ftaaven, met het getuigenis van zeer
bekwaame Zeeofficierenin dienst
der Ed. Oost-Ind. Comp., en die met
beide charters de reizen naar de Indien
hebben gedaanen het groot verfchil
daar omtrent ondervonden.
Men Helle zig dan hier eerst voor,
een kuil-fchipnogruimfchoots zeilen
de, dog dat door den opkomenden
ftorm genoodzaakt is om zeilen te ver
minderen het zy die door reeven
kleinder te maken, het zy door die in
het geheel weg te nemen en waar
door dan gevolgelyk ook de veerdig-
heid in deszelfs voortgang moet ver
tragen waar uit dan als een natuurlyk
gevolg koomt, dat men, de hoogaan-
ichietende zeeën niet kunnende ontwy-
kenten laatften gevaar loopt om onder
dezelve bedolven te wordenen de kuil
van zoo een fchip als dan vol water
koomt, en zulks nietfpoedig kunnende
kwytraaken al haast een tweede en
X 2 een
O. I. SCHEPEN. 323