ix. Om daar in te voorzienheb ik de meesten myner Inëntelingenden dag voor de uitbotting, een goed purgeer middel laaten gebruikendoch de voor gaande dagen niets, dat naar een ge neesmiddel gelykten zy allen zyn weinig ziek geweest en hebben weinig pokjes gehad, althans niet meer dan eenige anderendie ik herhaalde reizen en fterk heb laaten purgeeren. Ik heb 'eronder dezen meer dan één gehad, met veel pokjes; terwyl anderen, die ik niet gepurgeerd heb, of 'er niet toe heb kunnen krygen'er zeer weinigen gehad hebbenhoewel ik ook duidelyk genoeg gezien heb, dat het fterk pur geeren in fommigende uitbotting ee- nigzins tegenhoudt, fomtyds reeds uit gebotte pok puntjes weder doet verdwy- ren, en anderen, zonder zweeren, op droegen. Deze en andere waarneemingen heb ben my doen befluitendat het pur geeren niet altoos en niet zooveel ver mogen heeft, om de pokftof af te trekken, minder werkfaam te inaaken, en dus het getal der pokken te vermin- DE KINDERPOKJES. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 461