DE KINDERPOKJES. 6t len van de natuuriyke Kinderpokjes ge beuren, dat zy van de Inëntinge even mogelyk zyn. Edoch, alles on party- dig overweegendevinde ik tot nog toe nietdat de voorbeelden daar van door DEN HEER M. VAN PHELSUMen anderen aangewezen zoo beflisfende zynals zymyns oordeelszyn moes ten 't gene ik ligtelyk zou kunnen aan- toonenmaardewyl myn oogmerk nu alleen is, myne ondervindingen eenvou dig optegeeven en de gevolgendie 'er onmiddelyk uit voortvloeijente doen opmerken, zal ik my hier in die ge- fchillen niet inlaaten: alleenlyk kan ik niet voorby, hier myne verwondering te kennen te geevendat die Schryver nietfchynt geleezen te hebben, 'tgene over dit onderwerp, zonder eenige be wimpeling, in den jaare 1757, gefchree- ven is, door een gezelfchap van zeer ervaren Praktizyns te Rotterdam in hun doorwrogt werkde Inenting der Kinderpokjesin haare groote Voordeden aangewezenenz. (z) ten minden ik zie niet, dat hij 'er ergens gewag van maakt, daar het echter wel verdient ovey (2) Bladz. 206 tot 242,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 497