DE KINDERPOKJESi 9^
dan de nattmrlyke Ennadien dit
ftuk tot hiertoe niet voldongen fchynt,
heb ik 'er mede myne waarneemingen
en overweegingen over laaten gaandie
ik hier kortelyk zal mededeelen.
Het heeft my toegefchenendat
men, om die reedenen te vinden, eerst
behoort optefpooren de oorzaakenwel
ken de natuurlyke Kinderpokjes door
gaans zoo gevaarlykenz. maakenen
ik meen gevonden te hebbendat zulks
voornaamelyk zyn de volgenden.
I. Eene nadeelige gefteldJjeidder Lucht*
De waarneemingen leeren ontwyffel-
baar, dat de lucht een zeer groot ver
mogen heeft om de Kinderpokjes
goed- of kwaadaartig te maaken; de on
dervinding. heeft het my mede meer-
maalen doen zienen wie kan 'er aan
twyffelen, die weet, hoezeer de dier-
lyke en leevenshuishouding van ons lig-
haam van de gefteldheid der lucht af-
hange
De wyze, opwelke, is, dunkt my;
ook niet moeijelyk naartegaan; althans
uit meenigvuldige opmerkingen en over
weegingen, meen ik, te mogen beflui-
ten, dat alles, wat onze vogten eene
overhelling tot rotting geeft, of hen
va deel, G