len blyken van hun aanweezen gee-
ven (c), want indien men ooit moest
verwagten dat nierfteenen zich door
pyn en bloedige pis ontdekkenmoest
myne lyderesuit hoofde van het
maakfel der fteenen en het rollen der-
zelven door het nierbekkenondraagly-
ke pyn hebben geleeden en nu cf dan
bloedig water ontlast. Immers zou men
(daar het onnoodig is, indien men de
toevallen uit blykbaare en voldoende
oorzaakengelyk in dit gevalkan af
leiden, den toevlugt tot onzekerheeden
M 3 en
DËS KOLYKDARMS. l8l
Cc) Zie hier over holt, ra rusde bydrow. In fcho-
Ho. o. schacht Orat. 1758. Voornaam!yk mor-
GAONT de Sed. Cauf. Morb. &c. Ep41. 4 CU
S to, daar hy ook veele Waarneemingen uit an
dere fchryvers bybrengt. de haan, R. M. vol. r.
pag. 208, 209. lieutaud L'b I, Obs. itóo,
nóp, 1173, 11801184, 1203 uit prassius
VAcad. R. des Slienc. la mothe; borellus; Journ
des Scav. en de Misc. Cur. sandïforts Gen. Bibl. 2
D. bl. 816. en beverwyic, aan wien Dr. van der
P/asfe fchreef "dat zyn oom van Dyk tot zynen
hoogen ouderdom nooit had geklaagt van pyn
in de ienden of andere teekenen van Graveel.
Echter vond men na den dood in de eene nier
cenen ftecn, zoo groot als een ockernoot, met
twee groote uitfteekfels in de andere twee
Iteenen, welker een was als een perfikfteen
de ander als een amandelfteen". Steenjluk bl,
235. Zie ook bl. 331.