INSEKTEN IN DE gomlak. 235 zyne plaats zal aanhaalen ter bevesti ging van overeenftemming. 13- In myne onderzoekingen omtrent de Gomlak, zoalszy aan haare Hokjes zit, heb ikeven gelyk de Heer geoffroy (k) gevonden dat dezelve met veele gaatjes, van buiten naar binnen gaan de doorboord is. Hier van maakt de Heer ledermuller geen gewag, Deeze gaatjes hebben geen meer ruimtedan tot doorlaating der helft eener fyne varkensborstel, en by de doorbooring van dezelven fchynt het, dat fommigen met de holligheden, waarin de Infekten geplaatst zyn gemeenfchap hebben; maar ten welken einde zy dienen, is my nog niet klaar genoeg gebleeken: mooglyk dienen zy, om in het vervolg de jonge uitgekomen Infekten een door gang te verleenen. Hier omtrent geeft de Heer geoffroy geen opheldering, Ter navolging van den Heer leder- mul- 14. (k) Ac adem. des Sciences p. 159.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 675