44 j- harger over het nomen; die dezelve anders nieC zou den geleden hebben. Wenfchelyk ware het, dat onze Ge ëerbiedigde Overigheden konden goedvindendit Huk op een gelyken voet te brengendat isActen in het algemeen te geven, of dezelve af te fchaffen (gg). De (gg) Men heeft in Zeeland een placaat der Staa- ten van den 23 September 1705, behelzende „dat alle perfoonen, die uit eenige plaatfen, zoo uit Steden als ten platten Landezouden mogen zyn vertrokken, na verloop van één jaai zullen worden verftaanniet meer te behooren tot de plaats, van waar dezelve vertrokken zynzooda- nig dat de plaatsvan waar dezelve vertrokken zyn, niet zal konnen verpligt worden, om aan zoodanige perfoonen of dc hunnen, die tot ar- moede vervallen zyn, te bewyzen die pligten van Barmhartigheid, die dezelve aan de arme in- gezetenen van hunne plaatze gewoon zyn te telaaten genieten; en zulks dat zoodanige per- i, foonenna dat dezelve een jaar uit eene plaats ze vertrokken zyn, ziek of zugtig wordende, of komende te overlyden en kinderen na te laa- ten, zonder middelen tot derzciver onderhoud, zy of hunne kinderen niet zullen mogen toege- zonden worden naar die plaatze, van waar zy vertrokken waren, om aldaar de weldaaden der Barmhartigheid te erlangen, het zy die kinde- ren, in de plaatze, van waar zy vertrokken zyn, gebooren mogten wezen of niet; maar dat die pligten van Barmhartigheid of onderhoud aan zodaanige perfoonenof by dcrzelver over-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 74