64 J. HARGER OVER HET Armbezorgersof gegoede Vaderlan ders, die ten nutte van derzelver ar men evenmensch eenige Fabrieken wil den oprichten zich vooraf vervoeg den by hunne wettige Overheden met eerbiedig en nedrig verzoek, niet alleen om verlof, maar ook derzelver kragt- bepaalcnom op denzelfden voet als in Enge- land te werken, daar elk in eene Fabriek door- kundig gemaakt wordt, in dat gedeelte, waar toe hy zich bepaalt, het welk daar door met veel grooter vaardigheid en volmaaktheid uit zyne handen komt, dan wanneer hy nu het een, dan het ander verrigtof zelfs het ge heel afmaakt, gelyk hier en elders veel plaats vindt. Zoo doende zou men in ftaat kunnen geraaken, om hier Fabrieken op te rigten van Spelden van Naalden van Staal van doorgetogen Yzer van Spykers en allerley Yzerwerk, van Kinder- fpeelgoed en andere Neurenburger waaren, van Knoopen, en allerley gegooten Cieraaden van Kocpcr en dergelyken, waaraan Kinderen en aankoomende Gezellen wanneer zy beften- dtg aan eene zekere taak gehouden worden veel kunnen afdoen. Indien maar in het oog gehouden wordtdat zy daar mee in hunne volwasfene Jaaren den kost zouden kunnen verdienen, is dit ook een middel om de werk- luiden meer tot gefchiktheid en naarltigheid te verpligten en hun voor het geduurige ver- ipringen te bewaaren terwyl zy dan in lang zoo veel niet te regt kunnen op andere Win- kels, dan wanneer zy in ftaat zyn, om op zich zei ven te werken, cn eene zaak geheel af te maaken."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 94