van+ een hoornagtig uitwas. 243
dat, want het is 't.eerfte en 't eenigfle
van die natuur dat ik in myn leeven
gezien heb. In den tyd van nog zes
volgende Jaaren dat ik zyn Ed. onder-
wys genoot, en vervolgens tot heden,
tot eigen oeffening gekoomen zynde,
is my iets diergclyks nooit meer voor-
gekoomen.
Myn geheugen en a'anteekening van
dit bovenftaande moest dus noodzake-
lyk opgewekt wordenwanneer ik de
hedendaagsche oeffenende heel
kunde door david van gesscher
zag, en in 172 vond over het hoor-
nagtig uitwas, Altoos begint bel met een
wrataotig puisje dat de Hardheid beeft
Dan Eelten allenskens groot er word,
uit zyn eigen aart is bet onpynlyk en ver
oorzaakt weinig ongemakik hebbs het
nimmer gezien dan aan de lippen.
Getrouwe waarneemingen echter bewy'
zen dat hel ook op andere plaatf'en van
het lichaam kan morkoomenwaar van
onder anderen, myne waarneeming
een zeker bewys is.
De zeldzaamheid echter heeft my
doen be fluitendezelve 't Ed. Ge-
'Q, 2 nood-