398 A. VAN SOLINGEN OVER EENE
plaats heeft gehad, gelyk gemaklyk
zou hebben kunnen gefchiedenin
dien de ftof door de vaten van de
ftreng was ingefpoten,
Deeze proefneeming dethalven
fchynt de gemeenfchap van de vaten
van de baarmoeder en de nageboorte
volkomen te bewyzen't is de pligt
van ieder weldenkend Geneesheer het
werk van den Heer noortwyk zelve
in te zien, dewyl het een volleedig
bewys fchynt op te leeveren voor een
gefchilftuk in de geneeskonst, dat niet
alleen ieders aandacht verdientop
dat men als onderzoeker der waarheid
ook in dit ftuk van de natuurkundige
huishouding van 'smenfchen lighaam
onderricht wordemaar dat daar en
boven van 't uiterst gewigt is op dat
men in ftaat gefteld worde om zig vol
gens de infpraak van het geweeten van
zyn pligt te kwyten zo wel in het
ichouwen der vrugten, als in de be
paling wanneer omftandigheeden en
voorzichtigheid vorderen tot het uit-
fnyden van de vrucht uit 's moeders
lighaam te belluitenimmers wanneer
het waar is dat de Heer noortwyk
heeft mis gehad, en dat men behalven