JOODEN TE COCHIM. 523
53-
Wat mij betreft, om van het laatlie
vermoeden eerst te fpreekenhet
heeft bij mij geen bedenkingof in beide
de affchriftenis het zelfde origineel ten
grond gelegd.
54-
Want wat aangaat het Affchrift van
den Heer Jinquetilhij fchrijft bl. idp.
"Dat hij, te Cochin bij den Jood Elikh
(Elie) zijnde, hoorde fpreeken van
de Privilegiën, door Schar an Perou-
mal toegedaan aan de Joodfche na-
tie; en begeerig zijnde, dit gedenk-
ftuk te zienop deszelvs voor-
Ipraak, de Moudeljaar 33), ('t hoofd
der natie) die in den Bazar der Blan*
ke Jooden woonde, hem 't oor-
fpronglijke leende.
Hij voegt 'er bij, dat die Pr'wile-
5, gien zijn gefchreeven in 't oud Ta-
3, mouls en gegraveerd op twee koperen
3, plaat endie wel bewaard zijn, en
3, die van de Linkerband naar de
Recb-
(93) Van den Moudeljaar of Modiliarzie mijne
Gefcktedlcundige Narichten 18. bl. 55<J. in 't VI. Deel
<ler Verhandelingen van 't Genootfchap.