53<5 A. 'S GRAVEZANDE OVER DS
had medegebragten aan den Heer
Kennicott medegedeelden dat hij
Bruns9 dat affchrift voor zich had afge-
fchreeven.
p.
Hij fpreekt ook noch van eene anders
Hebreeuwfche opgave van denzelyen de
Castrofchoon verfchiliende van de ge
noemde; En zegt dat die beide verfchil
iende zijn van de Hoogduitfche overzet-
tinge in't Magazin. Waar op hij eene
zettingmet aanteekeningen laat volgen,
over die ten aanzien van het weezen der
zaake, op het zelfde uitkoomt, fchoon
zij in verfcheide bijzonderheden onder-
Je heiden is; 't welk uit te pluizen en te
beoordeelen, weinig nut kan aanbren-
gen dus ik mij daar mede niet op-
houde.
7 3-
Volgens den Heer Anquetil du Perron
[bl, 171], zoude ook dezelfde Keizer
Scharan (of Cher amPeroumal een Pri
vilegie op vier plaaten, aan de St. Tho
mas Christenen hebben toegeftaan; 't
geen
CJ