266 J. HARGER ANTWOORD
lymige, meelige, uitgemelkte en ras
tot zuurwording hellende middelen
{Mucilaginofafarinofaemulfci et Jacile
ticescentia) welke door hun zagt ftree-
lenden olyagtig vermoogende fcher-
pe deelen als omwinden en onbe
kwaam maaken eenig nadeel te ver-
oorzaaker- (c), hier toe wilde brengen.
De verdunnende middelen, dellen
wy dan in den eerllen rangdoch het
is niet onteven, welke van deeze hier
toe worden aangewend. Zullen de
zelve aan 't groote einde beantwoor
den zy dienen vermoogend te zyn,
om zich gemaklyk met ons bloed en
vogten te kunnen vereenigen - veree-
nigd of vermengd zynde aldus lank-
wylig te kunnen rondvlieten; en om
het geweld der ziekte te beteugelen,
en eeneheilzaame verbetering te voor-
fchyn te brengen.
Ónder decze verdunnende vogten,
bekleed het zuiver water de eerfte
plaats, waarom het ook tot dit oog
merk van fommige Genees-Heeren
lauw,
p. 53. Quod tarnen jam ut malum augens hippoor.
rejecit. Epid. e. vi. f. 6. bianciu Hifloria hcpat.
V. 3. 698.
(c) Comm. in boerh. Aph. 88 No. 5. Ejusd. Lib.
4c Mat. Med. ad. h. 1.