20 J. HARGER ANTWOORD
doen ondervinden: Facilius est replere
potu quam cïbo corpora (k).
De voedfels moeten verrykt zyn,
met hetzelfde vermoogen, als de dran
ken, doch in het toedienen derzelve,
moet men vooral letten, datzy, noch
in hoeveelheid, noch in zelfftandig-
heid, de vermoogens der lyderen, die
dezelve gebruiken zullen, te boven
gaan; dewyi 'er geen voedfels met ee-
nige vrugt, aan de zieken kunnen wor
den medegedeeld, dan die geene, wel
ke behoorlyk verteerd en ondergebragt
kunnen worden; waarom de groote
Hippocrates ter zyner tyd reeds zegt:
Impura corpora quo magis nu invertset
magis laedis (1).
Het allernuttigfte voedfeldat men
aan zodanige zieken, kan toedienen,
is het zuiver water, met wittebrood o{
geftooten bifcuit, tot eene fmiege zelf-
liandigheid gekookt, daarna, met wat
fuiker, aangenaame zuuren en verkwik
kende rynfche of andere wyndeelen,
toebereid; de mol-dranken, of verfche
mollige bieren, kunnen even zo wor
den toebereidde zoete of gekarnde
melk,
(k) Hipp, libro 2. aph. XI»
tO Lib. 2 c.phorX.