420 J. HARGER ANTWOORD
Hier zou ik dit gedeeltedes
{Iels, kunnen fluiten, wierd ik
min of meer verpligt, om nog vo
bevinding van den Heer ej
beek (1), van een nuttigen dranl
van het gramen marinum gew;
maaken, doch verfchoon deezei
flap. In den beginne van het
but, heeft gemelde, van niets
vrugt gehad, dan van het fyn g<
len mostertzaad en acetum fquilli,
ter voorkooming van verltopp
enz., onder 't volgende decoctw
mengd.
Herbaltheae manij.
falviae
abfynthii ana mani.
Fol. fennae f. f.
Cort. citr. recent ana unc. ij
Flor, chamom
fambuci ana man. i.
JPrunorminor gg iij.
Incifamixta coquantur in J
pluviae ad colatgg xij. cu,
Seminis Jinapi cum acetofqu
contuji et Jubactï unc. vi.
Tamarind, crud in aq.folut
(.1) Flisjirigsch Genoot[chaphl, 262--27Ó.