over de schepen enz. 483
lucht, zich over het gantfche Schip,
verfpreiden kan.
Wordt men op zee, genoodzaakt,
om een of ander land aan te doenin
hoop van het gebrek, dat men heeft,
vergoed te krygen, dan dienen alle
voorzorgen gebruikt, om andere on
heilen voor te koomendan dient 'er
vooral gelet, op het Schuits- en Boots
volk, om dat zy in de eerite gelee-
genheid zynom voet aan land te zet
ten, en door onmaatïg gedrag, zich
op veelerlei wyze te buiten te gaan; 'er
dient naauwkeurig gezorgddat zy
noch op het ftrand, noch in vogtige
hooien en kreeken, noch in boschag-
tige ftreekenzich te lang ophou
den noch by dagveel min by den
avond of nacht, zich in dezelve, om
te flaapen, neederliggen, om dat 'er
de ondervinding, de droevigfte jam
meren van heeft naagelaaten, zo als
het geval van den Admiraal haddoch,
in 't jaar 1739, te Port Mahon beves
tigd (f).
In den jaare 1738, lag de Admiraal
broderick, in de baai van Qristïgani
ten anker, 27 Man gingen aan land,
Hh 2 om
(f) lind 1. c. bladz. 39.