DEN POLYPUS.
517
is,) (fig. 2.) (h) (h) door eene kleine
ronde opening of gat (fig. t.) (i), in
den cubus.
Deeze cubus, heeft in 't midden een
as of fpil (fig. 2.) (k) van flaaldie
voorzien is van een kleine opening
(fig. 2.) (1), om de beide einden (fig. 1.)
(ro) van de koordt, door te laaten
welke van daar, directlyk uit den cu
bus gaan door eene opening (fig. 1.)
(n) in eene diametrale linievan de
twee voorige gefield; wordende, met
een of twee knoopjes, voor het terug
gaan teegen gehouden. Aan den as
van de cubus is gevoegd, een klein
tandrat (fig. 1.) (o), 't welk men, door
middel van een fleutelsgewys handvat
(fig. 2. (p)naar begeerte kan om*
draaijen, en het geen voor het te rug
gaan teegen gehouden wordt, door
een fnik of veer (fig. 2.) (q)wanneer
men ophoudt met om te draaijen; zo
dat deeze machine, in het klein, by*
een axi't in peritrochio of windaas kan
vergeleeken worden. Nog dient by
dit werktuig een tangom de polypi te
omvatten, gevoegd te worden, terwyl
my met veel vrugt bediend hebbe,
yan een inftrument, in de manier van
K k 3 de