buiks-ingewandenwaar van deeze pis-
ópftoppmgilegts als een fymptoma
moest aangemerkt worden.
3. En deeze ontfteeking was wel
een zogenaamde inflammatio putrida
teegen de irfammatïo phlepmoncdes fve
pblogislica overgeheld, welker beftaan
fchoon van fommigen ontkend, nog-
thans op de rede, ondervinding en 't
getuigenis, van eenen boehmer (e),
en anderen, rust. Hier toe bragt in
ons geval zeer veel toe, de zitplaats
van't kwaad, de leever voornaamlyk
tot rotting byzonder gefchikt, en waar
in, zo als bekend is, de veretteringen
doorgaans van een flegtcn, rottigen
aart, voorvallen; gelyk mede de terug
gehoudene, fcherpe olieagtige deeltjes
der pis, welke van het bloed niet af-
gefcheidende vogten tot rotting
neigdenterwyl 't zo zeer ontbonde
groenagtig bloed, niet tegengaande
eene zwaare koude, de buitengewoo-
nemeer dan natuurlyke warmtein
de
x
562 F. J. VOLTELEN OVER EEN
SELLE (f), SARCONE (g), WIENHOLT (h),
Ce) Disf. de inflamm. doloris experte12.
(f) Pyrethol. Meth.pag. 181 en 182.
(g) Gel'chichte aer Krankheiten enz. Th. 2bi. 193,
(h) De Inflamm. occultapag. 2.