treffendst, den geweldigen dood,
van gods eenigen Zoon ten heil
van het menschdom (g). 'Er is
geen twyffel aan" zeggen onze
nieuwfte vaderlandfche Bybelverklaa-
rers, nahuys en klinkenberg, "of
abraham zal zynen Zoon nu zoo-
danige onderrichtingen gegevenen
hem dermate overreed hebben, dat
hy gereed ware, om zich, met dc
uiterfle bereidwilligheid te laten
dachten (h)". De Edele de per-
poncher fchynt van deeze gedachte
mede niet vreemd te zyn (i), gelyk
eene zeer groote meenigte andere
Schryvers, welker woorden ik niet zal
aanvoeren. Maar, is deeze zo ai-
gemeen e voorftelling, de regte eii
waare? My dunkt neen!
Het
IZ AAK OP MORI A. 621
(g) La fainte Bihle avec un Commentaire litter al
Tom. I. png. 208.
(h) De Byhel door beknopte Uitbreidingen en op
helderende Aanmerkingenverklaard' door t. van
nuys klinkenberg ett ger. joh. nahuys, I. Deel
blad. 138.
.(i) In de Aantcckcningen op j. d. miciiaelis nieu
we Overzetting des O. T.II. Deel II. ftuk, lil. 135.
Aant. q. Zie verder de Eng. Godgel. op Gen.
XXII, 9. m. henry Lett, en Pract. vcrkl.II.
Deel, bladz. 264.