632 g. kuipers over
meening, die byna alle uitleggerseige
is, en alle Dichters door het hoofd
fweefde, dat isaaks opoffering, een
voorbeeld is geweest, der opoffering,
van den messias, en dee zedoor die
zo veel eewen te vooren, wierdt afge-
fchilderd (q); dewyl men nu wist, dat
het doorluchtig tegenbeeldzich, zon
der weerftand, of teegenfpraak als een
lam, ten flagtoffer geleiden liet, zo
meende men daaromzulks ook van
het voorbeeld, om de overeenkomst
te treffender te maaken, te moeten
Hellen. Maar leert ons de H. Schrift
ergens, dat izaaks opoffering voor
beeldig was? zo ver ik weet ner
gens. Of zal men zeggende
Schrift leert ons, van de Slagtoffers,
in het gemeen, dat zy voorbeeldig
zyn geweest? Dan waarom waren zy
zulks? was het niet, om dat zy ter
fchaduwagtige verzoening dienden
doch diende daar toe de opoffering
van isaak? immers neen, aan dezelve
ontbrak dus, juist dat, het welk eene
ofterhande voorbeeldig maakte. En
flaat men al toe, dat izaak, in dit ge
val,
(q) Zie boven S- 3. de perponcher a. b. bl. 134»